De sleutel daartoe ligt niet bij beheerders, maar bij ontwerpers en bestuurders. In zijn artikel geeft Oosterhoff trouwens een prima analyse van de noodzaak van goed beheer. De druk op de stad neemt toe, de (klimaat)omstandigheden veranderen, technologie schrijdt voort. Bovendien hebben veel overheden vrij rücksichtslos bezuinigd op de openbare ruimte, waardoor die vaak allang niet zo mooi meer is als Oosterhoff beschrijft. Jammer, want de openbare ruimte is core business van de gemeente. Maar dat wil niet zeggen dat de sleutel naar de transitie bij beheerders ligt, zoals Oosterhoff stelt. Want:

  1. Een transitie maakt dingen kapot – Het hele idee van een transitie is dat bestaande patronen veranderen. Kapot worden gemaakt. Opnieuw worden opgebouwd. Dat staat haaks op ‘beheer’, dat gaat over het in stand houden van de bestaande situatie. Je kunt dus moeilijk van beheerders verwachten dat ze een transitie op gang zetten.

  2. Technologie biedt nieuwe kansen – De grootste nieuwe kans die smart-city-technologie en big-data ons biedt is dat we opnieuw nadenken over hoe de stad functioneert. Welke vragen hebben we en hoe lossen we die nu op? Nu het anders kan. Dat is een ontwerpopgave die kan leiden tot nieuwe vormen van beheer. Dat is allemaal net begonnen. En een taak van ontwerpers en buitenstaanders.

  3. Transitie (door technologie) is vaak ongrijpbaar – Het bedrijf OBike startte in januari in Singapore en rolt nu razendsnel uit over de hele wereld. De vraag aan de lokale overheid is niet wát je daar van vindt, maar hoe je überhaupt razendsnel bepaalt wát je er van kan en moet vinden. Werk van bestuurders en hun adviseurs.

De stedelijke opgave is enorm. En spannend. De stad verandert terwijl we erin leven, kijk goed om je heen en je ziet het. Alsof de lente aanbreekt en er overal bloemen uit de grond komen. Dat is mooi en bedreigend tegelijkertijd, want naast bloempjes, tiert ook het onkruid welig. Daarbij is iedereen nodig en slimme ontwerpers en bestuurders luisteren goed naar beheerders en gebruiken hun kennis en ervaring. Maar de verantwoordelijkheid bij beheerders leggen, is niet eerlijk. Het is domweg niet hun rol. Ze zijn beheerder. En dus niet sexy. Trouwens, waarom moet dat ook? Waarom moeten beheerders sexy zijn en uit hun schulp kruipen? Wat is er mis met ingetogenheid? Beheerders zijn niet sexy, dan waren ze wel ontwerper geworden. Of bestuurder.

Jan-Willem Wesselink is hoofdlaborant van het Kennislab voor Urbanisme

Lees meer blogs over Urbanisme