In alle gemeenten en provincies waar verblijfsrecreatieparken zijn, is illegale bewoning een probleem. En gemeenten en provincies kunnen het niet alleen oplossen. Het is een nationaal probleem en verdient nationale aandacht, stelde burgemeester Henk Lambooij van Putten in een uitzending van Nieuwsuur.
Het gaat volgens de burgervader deels om arbeidsmigranten, om mensen in nood, mensen met psychosociale problemen, mensen met schuldenproblematiek. Op een Veluws vakantiepark handhaaft de gemeente inmiddels streng. ‘In februari is hier een soort “razia” geweest’ verklaart een bewoonster in de uitzending. Zij en haar partner zijn dakloos en hadden daarom hun toevlucht genomen tot het park. Nu zeggen ze radeloos te zijn. Waar moeten ze heen als ze niet meer op de camping mogen wonen?
Burgemeester Lambooij steekt de hand in de eigen boezem. ‘We hebben weggekeken. “Ga maar op een recreatiepark wonen”, werd vaak geadviseerd. Niet alleen gemeentes, ook corporaties, politie en justitie hebben daaraan meegedaan', besluit de Lambooij. Dan mag de overheid ook meehelpen de 'puinzooi' op te ruimen, zo lijkt hij te denken.
Maar wat moet de nationale overheid doen? We vroegen het advocaat Anita Nijboer, partner bij Ekelmans & Meijer Advocaten in Den Haag en Rick Jongen, juridisch medewerker bij Thuis & Partners Advocaten.
1. Staat de gemeente in haar recht om de permanente bewoning te beëindigen, als deze situatie al zo lang voortduurt?
Anita Nijboer: ‘Zeker. Uit de jurisprudentie blijkt dat een situatie waarin permanente bewoning jaren lang min of meer toegestaan werd, geen rechten aan de bewoner geeft. Gemeenten kunnen in beginsel gewoon handhaven. De Raad van State besluit in dit geval zelden in het voordeel van de bewoner.’
Rick Jongen: ‘Een overtreding op het bestemmingsplan kan niet verjaren. Illegaal blijft illegaal. Daar staat wel tegenover dat een bewoner op grond van het Besluit omgevingsrecht om en afwijking kan vragen (een zogeheten afwijkingsvergunning, red.). Het college van B&W kan zo’n verzoek honoreren, of niet.’
2. Lijkt me een onbegonnen zaak, zo’n afwijkingsvergunning…
Jongen: ‘Er gelden strikte voorwaarden. Zo moet de recreatiewoning aan alle voorschriften van de woningwet voldoen, mag de bewoning niet in strijd zijn met milieuwetgeving (bijvoorbeeld nabijheid van een overlastbron, red.), en moet(en) de bewoner(s) aantonen dat hij/zij vanaf 31 oktober 2003 tot vandaag in hun woning woonden. De ervaring leert dat bewoners vaak grote moeite hebben om dat laatste punt te bewijzen.’
Nijboer: ‘De gemeenteraad kan ook beslissen dat er een soort overgangssituatie komt waarbij er sprake is van en persoonsgebonden overgangsrecht. Personen die er nu wonen, mogen blijven, maar zodra die bewoner vertrekt vervalt het recht op permanente bewoning.’
3. Maar de gemeenten op de Veluwe lijken direct af te willen van alle illegale bewoning. Wat moet de gemeente doen?
Jongen: ‘De gemeente kan een last onder dwangsom of een 'last onder bestuursdwang' opleggen. In het eerste geval krijgt een bewoner een aantal weken of maanden de tijd om de permanente bewoning te staken, en voor elke week of maand dat de illegale situate voortduurt, betaalt de bewoner een dwangsom. Bij 'last onder bestuursdwang' geldt eveneens een termijn waarop de permanente bewoning gestaakt moet worden. Als dit niet wordt opgevolgd, volgt fysieke uitzetting.’
Nijboer: ‘Beide methoden hebben voor- en nadelen. Een dwangsom opleggen heeft weinig zin als de bewoner niet kan betalen. Maar je kunt ook de eigenaar van het vakantiehuisje een 'last onder dwangsom' opleggen. Op die manier wordt de eigenaar ervoor verantwoordelijk om de huur te beeindigen binnen een bepaalde periode.'
'Het toepassen van bestuursdwang legt een grote druk op je handhavingsdiensen die moeten uitrukken on een bewoning te beëindigen en daarna moet je nog zien of je de kosten daarvan kunt verhalen.Bovendien mag verblijf gedurende een bepaalde periode per jaar wel, het is immers een vakantiewoning. Ook om die reden is het toepassen van bestuursdwang lastiger.'
Jongen: ‘Die capaciteit is vaak het probleem. Gemeenten hebben keuzevrijheid waar ze hun capaciteit inzetten. Permanante bewoning van vakantieparken heeft jarenlang geen topprioriteit gehad.’
4. Wat vinden jullie van de roep van burgemeester Henk Lambooij om nationale support?
Nijboer: ‘Dan ben ik benieuwd welke maatregelen door de nationale overheid genomen zouden moeten worden, want de nationale overheid heeft geen bevoegdheden om illegale bewoning binnen een gemeente te beïndigen. Gemeenten staan wat dat betreft volledig in hun recht. Dat wil niet zeggen dat gemeenten niet op uitvoeringsproblemen stuiten. Als het gaat om schrijnende gevallen, waarbij mensen (met kinderen) schulden hebben of andere problematiek, zoals psychosociale problemen, of mensen bij uitzetting op straat komen te staan, kun je naar mijn mening als gemeente in redelijkheid niet overgaan tot handhaving zonder deze mensen op andere wijze hulp te bieden. Dit is natuurlijk zowel praktisch als financieel lastig als het om een grotere groep gaat. De hulp zal naar mijn mening in zo’n geval eerder gevonden moeten worden bij woningcorporaties, andere instanties en omliggende gemeenten binnen de regio. Deze problemen worden natuurlijk nijpender naar gelang de problematiek omvangrijker is’.
Jongen: ‘De situatie moet een aantal gemeenten boven het hoofd zijn gegroeid. In die context begrijp ik de oproep wel. Maar de bevoegdheden liggen decentraal.’
5. De Handhaving uitbesteden aan omgevingdiensten, is dat een idee?
Jongen: 'Zou kunnen, maar ook daar is de capaciteit natuurlijk niet onbeperkt. Mijn ervaring is dat gemeenten goed weten waar ze mee bezig zijn en dat de jurisprudentie over het algemeen in hun voordeel uitvalt. Ik zou gemeenten dus in eerste instantie willen adviseren hun eigen instrumentaria goed te gebruiken.’
Nijboer: ‘De gemeente zou allereerst kunnen inventariseren, voor zover dat nog niet gebeurd is, bij welke illegale bewoners een serieuze problematiek speelt die anderszins geholpen moeten worden en bij welke illegale bewoners dit niet het geval is. Bij de laatste groep kan zonder meer worden gehandhaafd. Voor de eerste groep zul je vervolgens moeten beoordelen welke hulp noodzakelijk is: (tijdelijke) bewoning elders, schuldhulp, psychische hulp. Vervolgens moet je beoordelen of je dat als gemeente zelf zou kunnen oplossen of dat je daarbij hulp nodig hebt binnen de regio en andere instanties. Zijn er creatieve oplossingen te bedenken? Kunnen buurgemeenten een aantal mensen opvangen? Kun je een gedoogperiode afspreken waarbinnen deze mensen worden geholpen, et cetera. Pas als je er op deze manier niet uitkomt en de problemen nijpend blijven, zou je wellicht om (financiële) hulp bij de rijksoverheid kunnen vragen. Je kunt in dat geval laten zien dat alle gemeentelijke en regionale middelen zijn uitgeput om het probleem op te lossen'.