Het ministerie heeft na de internetconsultatie en het advies van Raad van State kleine wijzigingen aangebracht ten opzichte van de conceptversie van afgelopen zomer. De toelichting is fors verbeterd. En er komt een geheel nieuwe handreiking. Belangrijkste materiële wijziging van de nieuwe Ladder: de mogelijkheid om bij nieuwe moederplannen met een wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht de Laddertoets door te schuiven naar het moment van vaststelling van het wijzigings- of uitwerkingsplan. De grote vraag is hoe deze goedbedoelde flexibiliteit – die vooruitloopt op de Omgevingswet – in de praktijk zal uitpakken (lees ook Nieuwe Ladder bijt zichzelf in de staart). Voor sommige plannen waarbij de marktbehoefte nog niet concreet is, of als de gemeente voor het plangebied nog meer richtingen open wil houden, kan dat zeker helpen.
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van huidige Ladder:
- Het loslaten van afzonderlijke treden en schrappen van overbodige zinsneden en (huidige) trede 3 van de Ladder.
- Het in de praktijk voor verwarring zorgende begrip ‘actuele regionale behoefte’ is in de nieuwe Laddertekst vervangen door ‘behoefte’.
- In de nota van toelichting geeft het Rijk verheldering over het toepassen van de Ladder in alle opzichten.
- Ook komt er eind mei een geheel nieuwe handreiking met tips, good practices en jurisprudentie over de Ladder (Stec Groep en Hekkelman werken hieraan).
- Er is een nieuw onderdeel toegevoegd aan artikel 3.1.6 (lid 3) Bro waarmee de Laddertoets bij flexibele planvormen kan worden doorgeschoven naar het moment van vaststelling van het wijzigings- of uitwerkingsplan.
Bent u nog niet uitgelezen?